Sinds een paar weken heerst er sinds lange tijd weer optimisme in Nederland over de nieuwe gokwet. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid kwam in september namelijk met de zogenaamde ‘lagere regelgeving’ voor aanbieders van online kansspelen.
Dat er ook overleg is geweest tussen de Tweede Kamer en minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker, stemt ook de gemoederen. Maar toch is er ook kritiek van verschillende belanghebbenden over de bovengenoemde lagere regelgeving. We leggen het uit.
Concept van de nieuwe regelgeving
Hij was ooit al in 2017 ontwikkeld, maar dankzij de update van vorige maand lijken ze in Den Haag eindelijk weer concreet te worden over de nieuwe gokwet. Want in de regelgeving wordt in exact 124 pagina’s beschreven wat de richtlijnen van de nieuwe gokwet zouden moeten zijn. Die richtlijnen gaan in op een 5-tal onderwerpen: registratie, betalingen, het spelersprofiel, de gratis fun-mode en de klantenservice. Kort samengevat moet de speler zich verplicht registreren met zijn of haar NAW-gegevens en BSN-nummer, hebben online casino’s de plicht om spelers te weerhouden van gokverslavingen en moeten de aanbieders beschikken over een klantenservice. Hoe de regels precies in elkaar zitten, kun je nalezen in ons eerder bericht over de regels van de nieuwe gokwet.
De kritieken
Hoewel de meeste betrokkenen blij zijn met de ontwikkelingen, kan de lagere regelgeving ook op verschillende kritieken stuiten. En daarmee lijkt het voorstel alles behalve definitief. De kritieken komen uit verschillende hoeken en haken in op de volgende onderwerpen:
Te duur
De kosten voor aanbieders om een Nederlandse vergunning te verkrijgen (en te behouden) zouden veel te hoog liggen, vooral als deze worden vergeleken met andere landen in de EU. Elk online casino dat in Nederland legaal wil opereren mag namelijk een waarborgsom van maar liefst 830.000 euro neerleggen. Ook moeten alle games opnieuw worden getest en gekeurd. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de 29% aan belastingen.
Reclameverbod
De tv-sector wil dat het tijdstip waarop kansspelaanbieders reclame mogen maken, niet te laat is. Volgens Screenforce, de lobbyclub van Nederlandse tv-zenders met reclame, zorgt een verbod op gokreclame voor 21:00 uur niet voor het gewenste effect. Een bovengemiddelde hoeveelheid gok reclamespotjes later op de avond zou juist tegendraads werken.
Oefenwedstrijden en jeugdsporten
Voor de NOC-NSF is het vooral te doen om hoe matchfixing wordt voorkomen. Volgens de sportorganisatie zou er een verbod moeten zijn op sportweddenschappen op oefenduels zonder een zekere mate van professionaliteit, fatsoenlijke wedstrijdbegeleiding en sportief of commercieel belang. Voor oefenwedstrijden van Oranje is dat bijvoorbeeld wel het geval en zouden er dus geen problemen zijn. Bij onbekende sportteams zijn bovengenoemde punten niet te controleren en is er ruimte voor matchfixing. Daarnaast zouden weddenschappen op jeugdwedstrijden niet moeten worden toegestaan. Daarbij maakt de sportorganisatie overigens onderscheid tussen individuele sporters, volledige jeugdteams en sportteams met één of enkele minderjarige spelers. In dat laatste geval hoeft er geen verbod te zijn.
